De Rietveld is dit jaar weinig anders dan voorgaande jaren. Toch zijn er ook hier wel degelijk tendenzen aan te wijzen. Er zijn veel installaties zoals we die ook bij andere academies zien dit jaar: de terugtrekkende beweging naar het eigen, het veilige huiselijke of juist het exotische zijn terugkerende thema’s. Bij de Rietveld altijd wel iets meer verpakt in ogenschijnlijk actuele vormentaal, maar dat levert ook meer dan eens op dat het er nogal geruststellend en generiek uit ziet.
Het zijn dan ook weer vooral de presentaties die net niet alle open deuren intrappen, juist net niet voldoen aan de verwachtingen, de weten op te vallen. Presentaties die durven irritant te zijn. Denk hierbij aan het werk van Dick Alle Hubbens, die de trappenbalustrade voorziet van een drummachine. Irritant, maar het tikkende metalen geluid veranderd de belevenis van de kenmerkende Rietveld trap en ruimte. Denk daarnaast ook aan het werk van Vladimir Stanoi, die een heus doolhof met enkel doodlopende wegen, terwijl je door een dunne gleuf kunt kijken naar de waterval die de climax had kunnen zijn. Beide presentaties doen iets met het verwachtingspatroon dat je als toeschouwer hebt, en doorbreken dat. En zo waren er dit jaar gelukkig wel meer die je net even op het verkeerde been weten te zetten.
Hier volgt een beeldverslag van wat er zoal om verschillende redenen opviel:
Laat een reactie achter;