De master studies in Nederland voor beeldende kunst zijn niet overtuigend beter dan de bachelors van diezelfde academie. Er is slechts één academie waarbij de masters aanzienlijk interessanter zijn dan de bachelor, en dat is omdat ze gewoonweg heel slechte bachelor studie hebben.
Hoe het komt dat bachelors vaak interessanter zijn dan de masters is een jaarlijks terugkerende vraag. Is het omdat een master vooral verder gaat in de positionering van de kunstenaar, theoretische verdieping op zoekt? Twee jaar verder studeren betekent niet automatisch dat het werk ook in die twee jaar beter wordt. Soms gaan kunstenaars er aanzienlijk op achteruit. Waarom? Geen idee. Gek genoeg zie je dat probleem dan weer niet in België ontstaan. Daar zie je wel een continue stijgende lijn bij veel studenten. Misschien omdat de bachelors en de master studies daar beter op elkaar aansluiten (en zo ja, hoe dan?)
Ook het Frank Mohr Instituut uit Groningen is geen uitzondering. De presentaties van de masters zijn prima, maar substantieel sterker of interessanter dan de bachelors zijn ze eigenlijk nooit. Tel daarbij op dat ze dit jaar op een nogal onhandige locatie in een kerk zitten en dan blijft er al helemaal weinig over van sommige werken. Die verzuipen simpelweg in de context van zo’n plek. Het is geen kommer en kwel, maar spannend is het bij Frank Mohr dit jaar niet. Veel installatie-achtige presentaties. Een hoeveelheid aan informatie die moet opboksen tegen de indrukwekkende locatie. Natuurlijk, het is goed als hun werk eens te zien is buiten een white-cube, maar een kerk is dan toch wel weer het andere uiterste.
Hier volgt een beeldverslag van wat er zoal om diverse redenen opviel. Als je op de foto’s klikt krijg je grotere afbeeldingen.
Eindexamen van Frank Mohr is niet meer te zien. Volgend jaar weer een kans.
Zelf heb ik met veel plezier bij de eindexamenexpositie van het Frank Mohr Instituut rondgelopen. De kerk daar had ik niet zo’n moeite mee. Natuurlijk, de grafstenen, de inrichting en de hoogte geven context mee waar de white cube afwezigheid van context is.
De presentaties vond ik interessant. Beter en slechter zijn begrippen waar ik weinig mee heb. Het is een soort van informatie waar niemand constructief iets mee kan.
De kunst is samen met de rest van wereld erg in verandering en misschien ook wel in verwarring. Kunstacademies gooien hun programma om, om het beroep kunstenaar toekomst vast te maken. Die onzekerheid beïnvloed het werk. Het is minder tastbaar maar daarom niet perse minder interessant.
@Paul,
Misschien moet ik het anders stellen.
Het gaat me niet om beter of slechter, het gaat me om de mate van interessante toevoegingen aan het reeds bestaande arsenaal van mogelijkheden. Juist bij Masters zie ik dan vaak generieke strategieën om tot beeld te komen.
De verwarring waar jij op doelt staat daar volledig los van. Inhoudelijk is er altijd verwarring, dat is intrinsiek aan het kunstenaar zijn. Het gaat om het opbrengen van de focus om iets ’te vertellen’ te hebben. Dat kan heel plat zijn, dat kan super genuanceerd zijn, maar willekeurigheid is een middelmatigheid. Iedereen kan interessant zijn, het gaat om de stappen die vervolgens genomen worden om dat ook voor anderen ook relevant te zijn.
Ik voelde me verdwaald in de A-kerk. Het was niet alleen de locatie (deze kerk is van zichzelf al te rommelig en te hoog en te wijd, en te verdeeld in brokken en stukken die niet bij elkaar lijken te horen). Maar de meesten presenteerden zichzelf alsof hun werk achteloos was samengeraapt en neergekwakt. Wat op zichzelf heel interessant kan zijn. Maar ik was bij de meeste werken al snel de draad kwijt en dan helpt zo’n stapeling van op elkaar lijkend werk al helemaal niet. Het is niet de eerste keer dat ik het eindwerk van de ‘gewone’ Minerva interessanter vond.