Vandaag opende de postacademische instelling De Ateliers haar deuren. De tien uitverkorenen, die hier de afgelopen twee jaar mochten freewheelen en intense begeleiding kregen, tonen nu wat daar uit is gekomen. Deze presentaties van De Ateliers zijn voor mij altijd het startsignaal voor de eindexamenpresentaties. Deze zelfde week nog opent het HISK haar deuren met Open Studio’s en een ruime maand later tonen alle kunstacademies wat hun studenten de afgelopen jaren hebben gedaan.
De Ateliers zijn van de bekende postacademische instellingen de meest intieme. Bij zowel de Rijksakademie als de Van Eyck lopen veel meer deelnemers rond, bij de Ateliers zijn dat er steevast slechts 20. Het intense karakter is dus ook lang niet voor alle kunstenaars weggelegd maar ik kan me eigenlijk niet één kunstenaar herinneren die er sterker in ging dan eruit kwam. Met name bij deze lichting is duidelijk dat veel kunstenaars zich meer hebben kunnen concentreren op een inhoudelijke kern van hun praktijk. Ondanks dat de presentaties bestaan uit heldere statements is direct voelbaar dat het niet van ideetje naar ideetje huppelt. In de overtuiging dat er heel veel mensen wel een paar leuke ideeën hebben zie ik graag praktijken die zich formeel, inhoudelijk of anderzijds rondom een kern bewegen.
Wat dat betreft is dit een erg fijne diverse groep. Weloverwogen presentaties maken duidelijk waar de kunstenaar in kwestie mee bezig is, met zowel een attitude als een inhoudelijkheid en dat is een zeldzame combinatie.
De vervolgvraag is natuurlijk wie we van deze tien snel gaan terugzien in het bekende circuit. Er zijn jaren geweest waarbij ik twijfels of die er überhaupt tussen zouden zitten. Dit jaar is het meer de vraag wie van de kunstenaars niet. Iedere deelnemer heeft een duidelijk visitekaartje afgeleverd die een interessante praktijk impliceert.
nul fout