De gekleurde muren van de tentoonstelling van Arturo Kameya (1984) doen iets vergelijkbaars. De normaal helder witte muren zijn veranderd in een gruizige zweem die door de hele ruimte heen zweeft. Een mist die een filter over alle werken heen legt. De schilderijen zetten de toon van de tentoonstelling, ze geven vage suggesties van herinnering en de dingen die we misschien vergeten zijn. Deze zweem strekt verder dan enkel de wanden. De sculpturen zijn eveneens de zachte pastelkleuren onder gedompeld.
De wereld van Kameya is soms herkenbaar, soms niet. Soms zijn het net kleine visuele verhaaltjes, waarschijnlijk persoonlijke anekdotes die voor buitenstaanders vooral veel vragen oproepen. Wat dat betreft weet hij fijngevoelig de balans te behouden tussen momenten van verwondering, humor en van poezie. Toch wordt het nergens te friemelig, de wolvenkoppen, de vis en de kat op de ladder zijn allemaal werken die ondanks het bescheiden formaat krachtig zijn. Het is geen opeenhoping van poetische gebaren, er zijn scherpe keuzes gemaakt in wat er getoond wordt.
Voor wie het wil kan zich laten meevoeren in de wondere wereld van Arturo Kameya. Een wereld die aanvoelt als dromen en wakker zijn tegelijk. Een ervaring waarvan eigenlijk de enige kanttekening is, dat het meer dan één zaal had mogen zijn.
Laat een reactie achter;