In de Griekse mythologie was er eens de koning Sisyphus die de goden te slim af was. Met zijn listigheden wist hij zelfs zijn dood driemaal uit te stellen. Sisyphus beschouwde zichzelf als een van hen, hij was immers zelfs de grote Zeus te slim af geweest. Als straf voor zijn hoogmoed moet hij eeuwig in de Griekse hel een grote steen een steile berg oprollen. Die steen zal, eenmaal boven aangekomen, weer naar beneden rollen om vervolgens opnieuw door hem naar boven gerold te moeten worden.
De mythe van Sisyphus kun je interpreteren als een totale zinloze activiteit. De steen naar boven rollen om vervolgens de dag erna weer exact hetzelfde te doen met dezelfde steen. Dag in, dag uit. Dat is rampzalig saai. De marteling is niet dat Sisyphus nooit zal slagen, de marteling is dat hij steeds opnieuw hetzelfde pad moet bewandelen.
De grote misvatting is hier natuurlijk dat het een soort Groundhog-day is. Er zijn vele kleine verschillen tussen de dagen. Wie er alert voor is zal zien dat zelfs die subtiele afwijkingen een groot verschil kunnen hebben.
Kunstenaars die zichzelf herhalen halen de willekeur uit het werk. Niet alleen is er sprake van perfectioneren van het hele proces en zodoende het eindresultaat. Er ontstaat ook een veel duidelijkere precisie van het einddoel. Immers, in de verschillen tonen zich de parameters en de reikwijdte van het werk.
Wouter Paaijmans (1991) toont nu in de Pont 17 werken en de bron van waaruit de 17 werken volgden. Het moet een Sisiyphus-taak zijn geweest om ze allemaal te maken. Tegelijk levert het een bijna absoluut werk op. De exactheid van het beeld, want de breedte parameters zijn in die 17 werken vertegenwoordigd.
Tegelijk is het ook het maniakale van het steeds weer opnieuw die steen omhoog rollen dat misschien wel de grootste kracht is van het opnieuw maken van werk. Steeds hetzelfde doen levert voor de leek misschien wel exact hetzelfde op, maar wie beter kijkt… die zal de verschillen zien.
Laat een reactie achter;