Ik bezocht het laatste deel uit het drieluik The Fake, The Fiction & The Common met Bonno van Doorn (1977), Ralph de Jongh (1978) en Juliaan Andeweg (1986).
Daarin cureert een van de drie kunstenaars steeds de tentoonstelling waarin hij een carte blanche krijgt om te doen met de werken van de andere deelnemers behalve het kapotmaken ervan. Dat klinkt spannend en leverde ook spannende installaties op. (Deel 1 tref je hier bij Trendbeheer, deel 2 bij 5uur)
Waar de eerste twee delen in het persbericht totale installaties waren is het derde deel opvallend leeg. De werken zijn in de eerste helft van de ruimte los geïnstalleerd, in de achterste ruimte zijn ze droog tegen de muur aan gezet. Dit is een ingreep die je bij schilderkunstige werken wel vaker ziet, een werk wordt tegen de muur aan gezet in plaats van opgehangen (zie bijvoorbeeld hier). Door die ingreep worden formele aspecten van het werk benadrukt en neutraliseert het picturale. Doordat het ‘venster’ van het schilderij doorbroken wordt wordt dat effect minder.
Het probleem is dat in dit geval de werken formeel van aard zijn. Er is dus al nauwelijks sprake van een picturaal aspect in deze werken. Door het formele nogmaals te benadrukken vervallen de werken in hun formele zijn. Waar een installatie kan zorgen voor betekenis vanuit die formele elementen (en dus de installatie een wezenlijk onderdeel van het werk is), verdwijnt de betekenis zodra de installatie wordt weggehaald uit het werk. Vormgeving zonder betekenis is hetgeen overblijft.
Waar in de voorste helft van de ruimte nog sprake is van een zekere installatie en een betekenisgenererende helderheid verdwijnt deze volledig in de tweede helft van de ruimte waarmee in feite ook beide helften in conflict zijn met elkaar en elkaar in de weg zitten
Door de werken tot strikt formeel te maken, worden ook mogelijke formele ingrepen (of zelfs ongelukjes) onderdeel van mogelijk werk. Hierbij moet je denken aan vlekjes op de vloer, vuiligheid etc. In de voorste helft is een duidelijke ingreep op de ruimte door met fluor gele spuitbus vlekken te spuiten op de muur. Maar hiermee wordt ook het kloddertje roze verf bij de 3D bril een prominent element. De vraag is of dat wel intentioneel is. Daar waar toevalligheden en bewustheden onduidelijk door elkaar gaan spelen mag je terecht afvragen waar de daadwerkelijke concentratie zich bevindt. Het zou sterker zijn geweest als de curator een keuze had gemaakt voor of de ene wijze of de andere wijze van exposeren. Dus of de installatie te hanteren of het strikt formaliseren van de werken.
Het voordeel is echter wel dat door deze formele wijze van tonen is dat formele strategien helder zichtbaar worden. Hiermee doel ik op technieken die kunstenaar gebruiken om een beeld te creëren. Hierbij moet gedacht worden aan het tegenover elkaar zetten van bepaalde kleuren (denk aan pastelkleuren en kleurverloopjes) en het sampelen van bepaalde actuele en beladen ready mades (denk aan de Nike-schoenen, Coca Cola flesje en zo voorts).
Oftewel, wie inzicht wil krijgen in de strategie van hippe kunstwerken heeft hier een mooie kans. Maar qua tentoonstelling is het niet zo’n geslaagd experiment.
Tentoonstelling is nog tot en met 10 augustus te bezoeken bij de Nieuwe Vide te Haarlem.
De show bij de nieuwe Vide gaat enorm op je inwerken na langer verblijf.
verwerft zeker inzichten in hedendaagse strategieën.
swag