In 1977 werden de twee Voyagers de ruimte in geschoten om Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus te kunnen bestuderen. In 2012 werd bekend dat Voyager I met 17 kilometer per seconde buiten het zonnestelsel verder door de kosmos zweeft. Het was daarmee het eerste mensgemaakte object dat die grens overschreed en eveneens het verst verwijderde mensgemaakte object. Met tamelijk primitive apparatuur (zelfs de Nokia 3310 van 10 jaar terug had meer rekenvermogen) zend het nog steeds informatie naar de aardbol over haar vlucht.
Op beide Voyagers zijn gouden 12 inch langspeelplaten geplaatst. Deze ‘Golden Records‘ zijn door een speciale commissie van NASA samengesteld met daarin onder andere Carl Sagan. De platen bevatten muziek van o.a. Beethoven, Mozart, diverse volksmuziek en, toen nog heel controversieel, Chuck Berry. Daarnaast staan 116 afbeeldingen op die gelezen kunnen worden door 512 verticale lijnen in te lezen. Mochten aliens ooit één van de Voyagers treffen staan er op de plaat in abstracte symbolen op gegraveerd hoe ze de platen kunnen begrijpen. De kans dat de platen gevonden worden echter is nihil. Toch is het idee dat een buitenaardse gemeenschap beeld en geluid kunnen krijgen van vriendelijke levensvormen die duizenden kilometers van hun vandaan komen moet een hoopgevende gedachte zijn.
Het meest fascinerende voor mij is de wijze waarop er gekozen is voor muziek, afbeeldingen en vooral hoe gecommuniceerd wordt hoe zo’n LP dan werkte. Hoe communiceer je met iemand van wie je niet de taal spreekt van de ander, maar ook niet weten hoe zij überhaupt begrijpen. Hebben die ruimtewezens wel voldoende referenties om begrip te hebben van wat wij zijn en wat we doen? Stel dat aliens geconfronteerd worden met één van de Voyagers, hoe wereldvreemd moeten die voorwerpen dan wel niet voor hun voorkomen?
Bij de Ketelfactory is op dit moment de installatie ‘It can talk in any language in 384.400 kilometer‘ van Sarah Pichlkostner (1988) te zien. Het is een totaalinstallatie die in positieve zin wereldvreemd genoemd mag worden. Als een ruimtewezen van een andere planeet loop je door de installatie heen waar je maar geen grip op krijgt. Alles is weloverwogen, duidelijk intentioneel, maar net als de ruimtewezens die die Gouden Plaat vinden krijg je maar geen grip op het werk. Het is een geheel dat je alleen maar kunt ervaren als een mogelijkheid, een dichterlijk gebaar vanuit een andere werkelijkheid. Er ontvouwt zich een beeld dat verder rijkt dan het geen er te zien is. Maar wat je ziet blijft onduidelijk.
Deze tentoonstelling is nog tot en met 9 april te zien bij de Ketelfactory te Schiedam.
Laat een reactie achter;