Natuurlijk, ik ken Loek Grootjans (1955) al een tijdje net zoals dat ik op de hoogte was van het werk wat hij nu laat zien. Sterker nog, al reeds eerder was zijn werk voor mij aanleiding om naar het strand te gaan.
Wie nu nietsvermoedend de Kabinetten instapt zal het misschien op het eerste gezicht niet begrijpen. De eerste ruimte zijn cryptische gegevens die niet heel veel duiding geven afgezien van droge informatie over iets.
De tweede ruimte is alleen maar strenger. Op vier tafels staat een flinke hoeveelheid flessen met wat lijkt op water en grote petrischalen met kristalvlokken. Wie goed kijkt ziet af en toe in de flessen wat drijven, maar dat wisselt per fles. De vlokken lijken wel in een logisch verband zich tot elkaar te verhouden. Ze verspringen niet in 1 keer van heel grof naar fijn maar dat doen ze verspreid over de schalen heen. Iedere fles en schaal is genummerd, en die nummers lijken te refereren aan de informatie op de wand bij ruimte 1. Evenals hangen er in deze ruimte 2 een zelfde hoeveelheid als de flessen en schalen certificaten. En wie de moeite neemt om er 1 van te lezen begrijpt ineens waar hij naar staat te kijken… het Zeeuwse licht.
In de derde en laatste ruimte zijn bewerkte kaarten te zien, met waterstromen en locaties. Ook is er een beeldscherm met misschien wel duizenden foto’s van de lucht. En als je al die gegevens bij elkaar optelt kan het niet anders dan dat je begrijpt waar dit werk over gaat: Dit is waar Piet Mondriaan in 1908 bij Domburg het licht heeft gezien. Letterlijk en figuurlijk want deze periode betekende een omslag in zijn denken over zijn werk.
Dat Zeeuwse licht is net zoals het beroemde Hollandse licht lang onbewezen geweest. Natuurlijk, iedere schilder ziet het verschil met het licht, maar waarom dat licht nu zo anders is? Loek Grootjans meende dat het aan de zoutkristallen moest liggen die bij Zeeland bij elkaar komen op de plek waar de Ooster- en Wester-Schelde, de Noordzee en het Nauw van Calais tegen elkaar opstromen en zo enorme hoeveelheden zout de lucht in laten verdampen, met name in de zomer. Zout dat uiteindelijk het licht anders breekt dan gewone lucht dat doet. Zodoende ontstaat in de zomer, juist als Mondriaan daar op het strand staat te kijken, het prachtige zachte Zeeuwse licht…
Je kunt je afvragen, is dit nu een wetenschappelijk onderzoek of een kunstwerk? Naar mijn idee beiden. Het vaststellen van het fenomeen lijkt me bewezen, maar het gaat om de verbeelding die het met zich meebrengt. Grootjans heeft niet alleen bewezen dat het licht bij Domburg echt anders is. Ook heeft hij het licht gevangen, het licht staat daar in 52 petrischalen en 52 flessen water. Prachtig.
Het werk van Loek Grootjans is nog tot en met 31 augustus te zien bij De Kabinetten van De Vleeshal.
Prachtig omschreven en in beeld gebracht, Niek. Dank!!!
Hele mooie beschrijving zeg!