Bleek, heel bleek zelfs. De tijd tikt voorbij op een klok. De klok lijkt een beetje wazig. ‘Zonder titel’ blijkt besmeurd te zijn met hersenen. Tijd is niet zo helder meer als wat het zou kunnen zijn, terwijl de secondewijzer tikt, kun je niet meer zien waar deze precies tikt, de contouren zijn niet meer absoluut, maar vaag geworden.
Ondanks het feit dat een motor een motor blijft, met een aantal toeren per minuut, heeft die ook zijn eigen geschiedenis. De ene motor is de ander niet.
Hoe helder je iets ook schoon wilt maken, helemaal absoluut lijkt het nooit te worden. Wat is koud precies, behalve een aantal graden onder nul?
Als er iets is wat het werk van Roger Hiorns (1975) doet is het door minimale ingrepen het absolute ter discussie stellen. Wat is een hoeveelheid, wat is tijd, wat is koud, wat is groei, maar ook concreter: wat is een ding? Hierdoor ontstaan op bijna banale wijze beelden die helemaal niet zo absoluut zijn als ze lijken. Het is niet gewoon; een motor. Het is een specifiek gegeven met betekenissen alle kanten op die niet direct uit te drukken zijn. De motor verbrandt en vernietigt kerosine waarna hij warme lucht uitstoot met zoveel kracht dat een vliegtuig er de droom van de mens mee kan verwezenlijken. De mens die boven de wolken uit kan stijgen en dan weer kan dalen. Of denk aan een auto waarmee we met snelheden ons kunnen voortbewegen die we te voet nooit zouden kunnen halen.
En toch, het blijft een motor. ‘zonder titel’, net zoals alle andere werken in de tentoonstelling. Een titel zou pretenderen dat het betekenis heeft buiten zichzelf, een motor is een motor. Hetgeen waar het van gemaakt is bepaalt wat je ziet en je ziet je eigen betekenis, of het gebrek eraan. Waarschijnlijk het gebrek eraan. Blijft een motor dan een motor?
In combinatie met het werk van Roger Hiorns worden er ook twee werken van Joseph Beuys (1921-1986) getoond. Het ene werk is uit de collectie van het Kröller-Müller, het andere uit het Abbe. Bij de laatste hebben ze dan ook de specifieke ruimte van het Abbe nagebouwd. Voor het eerst kun je dus zien hoe het er vanuit het venster uitziet in plaats vanuit de ruimte zelf.
De tentoonstelling Roger Hiorns is er een om te zien. Dat kan nog tot en met 24 februari bij de Hallen te Haarlem. Ook als je niet naar andere dingen gaat in Haarlem (en er is genoeg aldaar), is Roger Hiorns echt de moeite waard.