Een groepje Duitse kunstenaars bezette een tijdje De Fabriek en toonde het resultaat afgelopen weekend. Helaas slechts twee dagen.
De kunstenaars wilden een culturele uitwisseling op gang brengen tussen Duitsland en Eindhoven. SchwarzRotGelb staat in de eerste plaats symbool voor de kleuren van de Duitse vlag. Maar het kan ook gezien worden als een symbool voor de drie fasen in de alchemie: om lood om te zetten in goud. De alchemist moet volgens de traditie achtereenvolgens de 3 fases voltooien om het Magnus Opus (ook wel het ‘Grote Werk’ genoemd) te kunnen maken. Schwarz/Zwart staat voor de kleur die de bereiding krijgt, Rot/Rood heeft te maken met de kleur die het metaal krijgt door verhitting en Gelb/Goud is de kleur die het materiaal aanneemt als het proces is voltooid. De titel SchwarzRotGelb staat symbool voor het werkproces van de kunstenaars in De Fabriek en hun zoektocht naar het ultieme kunstwerk.
En wat levert dat nu op? Nu behalve dat het erg wisselend werk van medium is valt het op dat het werk erg Nederlands aandoet. Ik krijg niet echt het idee dat de Duitse kunstwereld zo veel anders is dan die we hier in Nederland voorbij zien komen. Het is soms even rauw, even bizar, even flauw en even goed.
Christian Henkel is de initiatiefnemer voor deze residentie en zocht vervolgens de andere kunstenaars erbij. Hij zelf werkt op vele gebieden door elkaar, ruimtelijke vragen, vragen omtrent kitsch.
Vooral de potten doen het erg goed.
Elisabeth Rosenthal houdt zich in elk geval bezig met geluid, ook tijdens haar performance waarbij ze een half uur lang vogelfluitgeluiden produceerde in samenwerking met mensen van De Fabriek zelf. Ergens wijzen haar werken op een romantisch natuurbeeld maar ook een rauwe menselijke inbreng daarin.
Verreweg het meest grappige werk is dat van Falk Töpfer, hij is zijn eigen performance waarin hij een soort van superster is geworden. I love eindhoven staat op de vloer maar met opvallend veel foto’s van de Pont en de Tilburgse Kermis. Daarnaast doet hij wat tapdansen en biedt hij wat merchandise aan waaronder T-shirts en tassen.
Johannes Makolies krijgt het in elk geval voor elkaar om een sponsorbord te maken of te regelen wat er net wel overtuigend genoeg uitziet om echt te zijn maar toch door de context net niet. De dolfijnen begrijp ik dan weer niet.
Een plaat beton met prints van onder andere Mickey Mouse.
Gewone schilderkunst was er ook. Doet aanvankelijk enorm kitscherig aan maar toch is er sprake van zeer gelaagd schilderwerk.
Formalistisch sculpturaal werk was er ook.
Een heel grote speaker van aardewerk, geen idee waarom.
Dit werk had zo uit ons kikkerlandje kunnen komen. Dat is verder geen kwaliteitsoordeel, het ziet er prima uit!
Stephan Ruderisch schildert ook, maar weet niet echt te boeien met zijn werk. Het zijn verfexperimenten die we vaak genoeg zien op eindexamenexposities. Hier komt het in elk geval niet uit de verf. Het werk dat er voor staat, een zilveren zaag zonder de zaag en een blok hout zijn wel redelijk onbestemd en stellen vragen.
Misschien is het toch anders, in Duitsland. Het werk van Svea Duwe is voor mij volstrekt onduidelijk. Op een filmprojectie schommelt ze en zingt ze wat. En in de grote hal toont ze een enorme hoop slingers. De afwerking van dat laatste is echter een beetje jammer want de staalkabel waaraan het geheel hangt, hangt ook gewoon door het werk heen. Ik weet in elk geval niet zo goed wat ik ermee aan moet.
Ten slotte het werk van Tilman Hornig. Zijn kleinste werk is een stel bloemen in klei gedrukt maar weet door de plek en de context (het werk is ontzettend klein in verhouding) niet echt te boeien…
… zijn andere werken echter zijn imposant en overtuigend. Eerst vreesde ik nog even voor methodisch beeld omdat er twee van zijn werken naar elkaar hingen. Maar los van elkaar bekeken laat hij zien dat er een enorme rijkdom mogelijk is met platen staal en wat spuitbussen.
Eigenlijk verschilt Duitsland qua vorm niet zo heel erg veel van generatiegenoten uit de Lage Landen. De inhoud echter blijkt nogal lastig te benoemen en misschien dan toch dat daar een verschil van benadering in zit met ons Nederlanders. In elk geval goed om eens werk te zien van een haal andere groep dan de bekenden.
Deze tentoonstelling was helaas maar 1 kort weekend te zien in De Fabriek.