Het is vooral die alombekende foto met Beatrix waar ik Allard Budding (1963-2017) van kende. En daarbij het bericht een aantal maanden terug dat hij zijn eigen leven ontnam. Velen bleken hem te kennen. Ik kende hem niet en van zijn werk was op het web eigenlijk niets te vinden. Zoals het wel meer kunstenaars van bepaalde generaties vergaat, nog niet oud genoeg om deel uit te maken van de canon en tegelijk net te oud om op het internet goed vertegenwoodigd te zijn. Er is vrijwel geen enkel naslagwerk dat de Nederlandse kunst vanaf de jaren ’90 tot ’10 inzichtelijk maakt. De meeste naslagwerken eindigen halverwege de jaren ’80. Vanaf grofweg 2010 zie je blogs zoals dat van Kees Koomen, Trendbeheer, Villa Republica en natuurlijk Lost Painters die tezamen het veld inzichtelijk maken en allen een archieffunctie hebben. Budding won in 1992 de Schilderprijs, en dus heb ik van Budding nog nooit iets gezien, behalve die ene foto.
Er is een hele generatie kunstenaars die voor jonge kunstenaars als ikzelf totaal onbekend is. En dan is het mooi als die, om wat voor reden dan ook, toch weer zichtbaar gemaakt worden. Met zichtbaarheid komt actualiteit en misschien ook wel relevantie, als het een bron van inspiratie blijkt te zijn voor waar anderen nu mee bezig zijn.
Ik kan me indenken dat het werk van Allard Budding dat doet. Nog steeds zie je ieder jaar op de kunstacademies mensen afstuderen met abstract, geometrische schilderkunst. Lang niet altijd even interessant of beeldend sterk. En het zou goed zijn als die jonge honden hier eens naar kijken.
Het werk van Budding staat duidelijk als een huis. Planmatig opgezette doeken met verzadigde kleuren. Composities die zowel speels als heel absoluut zijn. Er zijn genoeg andere kunstenaars, ook ouder dan Budding, die vergelijkbare beeldtaal gebruiken maar die schilderen vaak juist heel los. De kunstenaars die met een vergelijkbare precisie schilderen zijn vaak nog veel strenger. Budding kiest duidelijk een eigen weg.
Ik kende Budding niet, achteraf vind ik dat jammer. Het is een kunstenaar waarvan ik graag meer zou zien. Gelukkig hebben we de foto’s nog…
Op het plafond van mijn mondhygienist/tandarts hangt een Budding, ingebed in de lamp boven de tandartsstoel. Het is het enige schilderij waar ik twee keer per jaar, 40 minuten lang, uitgebreid naar lig te kijken.
@NP, wellicht dan ook één van de best bekeken kunstwerken van heel Nederland. Daar ligt op alle werkdagen praktisch de hele tijd iemand intens naar te kijken 😉
Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben, en ze gaan al om een uur of zes ’s ochtends open. Sowieso een bijzondere kunstcollectie die ze hebben. Oa Erik van Lieshout in de wachtkamer en Q.S. Serafijn op de balie.
Naslagwerk uit begin jaren ’90: 100 Jonge Nederlandse Schilders, uitgave Living Art / Kathrin Ginsberg. Jaarlijks verschenen
tussen ’90 en ’98 met selectie van 100 schilders , niet volledig maar wel representatief voor die jaren. Groet, TK
@Ton, Dank voor de tip, ik kende enkel een vroege editie, wist niet dat er tot ’98 uitgaves waren. Die ga ik maar eens opzoeken…