Recentelijk las is een boek waarbij ‘Over Schilderkunst’ van Alberti werd aangehaald. Het traktaat is het eerste theoretische werk over hoe schilderkunst werkt. Het legt bijvoorbeeld uit hoe perspectief werkt. Het traktaat begint met de uitleg dat de schilderkunst als een venster is waarop een blik op de realiteit voorgespiegeld wordt. Dit idee van schilderkunst is hardnekkig gebleven en wordt eigenlijk nog altijd op kunst geprojecteerd. Kunst biedt ons een alternatieve blik op de werkelijkheid, dat idee.
Nu blijkt alleen dat er hier een vertaalslag mist bij de interpretatie van de tekst van Alberti. Als Alberti het over vensters heeft bedoelt hij waarschijnlijk iets anders dan hoe wij heden ten dage door een raam heen kijken. Immers, glas bestond toen al wel, maar niet op de manier zoals wij dat kennen. Omdat hij eigenlijk architect was, wist hij heel goed waar hij het over had. In die tijd waren vensters heel dunne transparante met kalk gemaakte muurtjes tussen de pilaren in. Hierdoor kon het licht er wel doorheen om de ruimte te verlichten, maar bleef het harde zonlicht buiten. Ook zouden er luchtroosters in gemaakt worden voor wat frisse lucht.
Het boek waar ik dit in las suggereerde dat dit misverstand heel andere implicaties had voor het begrip van zijn tekst dan hoe de kunstenaars er uiteindelijk mee aan de slag zijn gegaan. Niet dat we nog terug kunnen door de tijd maar één van de implicaties die ik interessant vind is dat er op die vensters van Alberti dus helemaal niets te zien was behalve lichtvlekken en schaduwen. Als een schaduwtheater.
De nieuwe werken van Esther Tielemans (1976) geven een vergelijkbare indruk. Het zijn matte donkere werken, groot als vensters en omkaderd in elkaar. Het hadden vensters kunnen zijn van kalk waar de schaduw op valt. Ze zijn hoofdzakelijk zwart met hier en daar vegen die opdoemen uit de duisternis. Misschien is dit wat die vensters in Alberti zijn tijd gedaan moeten hebben. Je ziet wat vlekken, een lichtpunt en de schaduwen van bomen. De suggestie van een achterliggend landschap, maar precies weten wat er is weet je alleen als je aan de andere zijde bent van het raam.
Bij Tielemans wordt er nog kleur aan toegevoegd. Het maakt het landschap eerder nog abstracter dan duidelijker. Bij Alberti zou de zon een referentieplek zijn. Bij Tielemans zit het ligt overal. Kleuren representeren misschien soms wel noties van een plek, maar wat die plek behelst is een groter raadsel geworden doordat de kleuren niet samenvallen het het idee van een landschap.
Ik ben benieuwd wat Alberti van deze nieuwe werken gevonden zou hebben…
Afijn, een interessante reeks sterke werken die het op foto’s minder goed doen dan in het echt.
Deze tentoonstelling is nog tot en met 11 maart te bezoeken bij Cinnnamon te Rotterdam.
Heel blij met Pieter als collega in het Oude Westen en weer een goede reden om langs op de koffie te gaan. Cinnamon is een aanwinst voor Rotterdam, zoals hij steeds weer bewijst.
@Frank, Beter een goede buur dan… 😉