Voor veel kunstenaars is dit een wat onhandige tentoonstellingsruimte, een vijftal silo’s. Betonnen hokken van een paar meters breed en lang, maar vele meters hoog. Je moet die hoogte dus overwinnen, en tegelijk ook de sfeer van dat beton. Met gewoon wat schilderijen aan de muur blijft het werk nauwelijks overeind tegenover dat betonnen geweld.
Jimi Kleinbruinink (1987) maakt er een grote installatie van, bestaande uit hout, takken, tape, metaal, Plexi-glas, bewegende onderdelen, lichteffecten en video-schermen. Een totaalervaring waarin de ruimtes ineens lang niet meer zo indrukwekkend zijn. Het beton wordt door de lichteffecten onderdeel van het werk en de hoogten zijn zwarte gaten, alle aandacht gaat naar de installaties zelf.
Het is een spektakel om te zien. Er gebeurt veel door de veranderende lichtkleuren en bewegende onderdelen. Na enige tijd ebt het gevoel van dat spektakel weg en vallen meer en meer de kleine poëtische details op. Misschien door toeval ontstaan, maar ze zijn er. Je ziet niet enkel meer het heldere schaduwspel, maar de lichtstralen die als een zeestrand bewegen. Kleine holografische effecten duiken op. Het is cliché maar waar, dit moet je ondergaan. Een fotografisch beeldverslag doet er geen recht toe. Op zijn best geeft het een beperkte indruk van wat het zou kunnen zijn.
Het is werk dat enkel in de ervaring bestaat.
Deze tentoonstelling is nog tot en met 21 augustus te bezoeken bij CHV Noordkade te Veghel.
Laat een reactie achter;