Bij Duende opende afgelopen vrijdag nummer 4 uit de BRAK reeks (waarvan deel 2 hier te vinden is).
Dit keer is het aan Thomas I’Anson (1983) en G.J. de Rook (?). Beiden werken met tekst en bij beide gaat het niet zo zeer om de feitelijke verschijning van de tekst maar echt de betekenis die daar aan vooraf gaat. Het is dus vooral conceptueel gericht werk. De twee vullen elkaar prima aan, de verschillen zijn groot genoeg om de werken van elkaar te kunnen onderscheiden en hebben genoeg raakvlakken om elkaar inhoudelijk te versterken.
G.J. De Rook
G.J. de Rook zijn werk is continue gezet in een Times New Roman (kan niet missen). Een neutraler of meer misbruikt lettertype is er haast niet. Dat is ook helemaal de intentie van De Rook die het niet wil hebben over hoe het woord verschijnt maar hoe de betekenis gepositioneerd is. Het doet denken aan de test waarbij je het woord rood in het blauw geschreven hebt, maar dan toch rood moet zeggen.
Thomas I’Anson
Het werk van Thomas I’Anson bestaat ook uit tekst, maar dan aan medium onderhevig. Zijn pamflet is letterlijk door het hele gebouw geen gebruik en heeft zijn sporen achter gelaten. In de zijzaal is dat het duidelijkst te zien waar de ‘afwezigheid’ is gevormd door de pamfletten van de ene muur naar de andere te verplaatsen. Daar is het werk dan vervolgens ‘aanwezig’. In de lange hal toont I’Anson vervolgens werk dat intuitief is en zijn invloeden heeft. Duidelijk, het gaat over hoe hij als kunstenaar tot beeld komt.
Tezamen leveren deze heren een tentoonstelling die inhoudelijk erg prikkelt en laat zien dat er met tekst nog veel mogelijk is in de kunst zonder dat het direct aan Lawrence Weiner doet denken.
Laat een reactie achter;