Veel kunstenaars raken vergeten door de tand des tijds. Het had niet veel gescheelt of namen als bijvoorbeeld Vermeer en Caspar David Friedrich waren verdwenen in stoffige alinea’s in de kunstgeschiedenisboeken. Het gebeurt met enige regelmaat dat kunstenaars herontdekt worden.
Ook Henri de Fromantiou (1633/1634-1693) (vooral bekend als Hendrik de Fromantiou en een hele lijst met schrijfvariaties) is slecht terug te vinden. In de driedelige reeks Kunstgeschiedenis der Nederlanden (met een focus op de Gouden Eeuw) wordt Fromantiou niet genoemd. In een naslagwerk van Nederlandse stillevenschilders uit de Gouden Eeuw wordt hij ook niet genoemd. Dus voor wie de naam Fromantiou geen belletjes doet rinkelen, dat is begrijpelijk.
Toch is dat opmerkelijk. Tijdens zijn leven was Fromantiou bekend als hofschilder bij de hertog van Pruisen en reisde veel. Het is niet onwaarschijnlijk dat zijn werk alleen al daarom tijdens zijn leven in hoog aanzien stond en veel verkocht werd. Zijn werk is dan ook goed verspreid over musea door Europa.
Waarom zijn werk ondanks dat uit het oog geraakt is onduidelijk, maar in elk geval niet vanwege de kwaliteit. De concentratie in het werk van Fromantiou kan zich prima meten met Mignon en Weenix waarvan ook werk te zien is in de tentoonstelling. Het werk van Fromantiou is vergeleken met Mignon zelfs levendiger.
Henri de Fromantiou was bedreven in bloem en jacht-stillevens met zo hier en daar een trompe l’oeil er tussen. Het was in die periode gebruikelijk voor schilders om zich te specialiseren in een heel specifiek genre en zo beschouwd is het werk van Fromantiou nog veelzijdig. Dat verklaard misschien ook wel de kwaliteit van zijn werk. Veel tijdgenoten moesten zich focussen op productie en werden daardoor schematisch. Bij het werk van Mignon bijvoorbeeld moet je soms echt goed kijken wil je verschillen tussen de werken zien. Alsof hij steeds zichzelf kopieerde. Dat kan een manier zijn om een geconcentreerd beeld te krijgen maar ook een wijze om routinieus en daardoor schematisch aan te doen. Henri de Fromantiou wist juist uit te blinken in precisie en levendigheid omdat hij wisselde van onderwerpen. Zijn vogels doen niet onder voor zijn bloemen die ook niet onder doen voor zijn glaswerk die ook ontzettend scherp is. Hij kreeg de kans niet om schematisch en routinieus te worden. Dat daarnaast zijn werk zeer gedetaileerd is versterkt de levendigheid van het werk alleen maar. Ieder deel is overdacht.
Deze tentoonstelling zal misschien geen herontdekking zijn van het caliber als dat van Vermeer en Friedrich. Maar dat Fromantiou een groter lemma verdient (als er dus al een lemma was) in de kunstgeschiedenis boeken is overduidelijk. Een verloren meester.
–
De fotoreproducties doen geen eer aan de concentratie en precisie van de werken die getoond worden, het zal bij indrukken moeten blijven. Zeer de moeite waard om in het echt te zien.
Laat een reactie achter;