In het Boijmans opende afgelopen weekeind een solo van JCJ VANDERHEYDEN (1928) (ook wel bekend als J.C.J. Vanderheyden). Door Hans Locher (ouddirecteur van het Gemeentemuseum) is zojuist een mooi boek geschreven over het werk van JCJ met de passende titel; licht, tijd en ruimte. Wat ook zo ongeveer de onderwerpen van het werk van JCJ samenvat.
Voor Boijmans ontwierp JCJ niet een nieuw retrospectief omdat ze dat 20 jaar terug ook al hebben gedaan. Nu was ik op dat moment nog geen 5 jaar oud, dus ik zou het niet erg vinden. Maar, in museumland is dat blijkbaar te kort voor weer een retrospectief. Dus dan maar een ‘gewone’ tentoonstelling. JCJ heeft thuis aan een schaalmodel geknutseld en die vervolgens als behang op de wanden laten plaatsen. Niet alleen blijft de tape in de hoeken te zien, ook het grijsschilderen van de ‘wanden’ van de maquette is te zien. Ook bleek dat niet alle werken op schaal waren en dus zitten om veel werken vreemde omlijstingen. In een enkel geval ontbreekt het echte werk zelfs.
Ik heb al eens vaker gezegd dat grijze wanden eigenlijk beter zouden zijn om werk neutraal te presenteren. Daar kom ik nu toch wel een beetje op terug. Het is wel zo dat de werken meer naar voren komen, ook het wit van een doek krijgt betekenis. Maar toch wordt het in een ruimte wel erg donker met grijze wanden.
Praktisch blijkt het ook niet, want doordat de ruimte zo duister wordt is het ook aanzienlijk lastiger te fotograferen.
Terug naar JCJ Vanderheyden. In welke vormen van spelling dan ook (hij geeft zelf de voorkeur met kapitalen), hij heeft een erg boeiend oeuvre weten op te bouwen. En nog altijd kan hij blijkbaar niet stil zitten.
Het probleem van zijn werk en de kwaliteit, is dat ik er niet direct met mijn vinger achter kan. Het beweegt zich op een hoop vlakken maar blijft nergens echt stilstaan. Wel is er continu sprake van een optisch onderzoek. Hoe wordt een beeld benaderd en wat is het verschil tussen een doekje van 20 centimeter en een van 2 meter?
Eigenlijk is het heel moeilijk om werk van JCJ Vanderheyden te bespreken zonder het in het echt te zien. Ik kan dan ook iedereen aanraden naar Boijmans te gaan voor deze tentoonstelling. Ook het boek is overigens een aanrader, al ben ik zelf nog niet halverwege.
Er was heel klein werk;
En wat bekender groot formaat werk;
Een grijs atelier met enorm spiegelend glas er over.
De duistere spiegels voegen wel echt een dimensie toe aan het werk, ineens is er geen afbeelding, alleen een reflectie van de realiteit.
Hij nam een Jeroen Bosch en deed er iets mee;
Zo moet zijn atelier er uitzien. Ben benieuwd wat hij met al die lampen doet rechts bovenin.
Er was dus 1 werk dat niet getoond kon worden. Dat geeft niets want zo wordt de ruimte echt een werk en niet slechts een decor voor het werk.
Links zien we dat er een werk niet kon en dus gewisseld is. In het midden zien we duidelijk dat het doek in het echt iets kleiner is dan JCJ bedacht had.
Dit werk kan ik dan weer niet zo goed plaatsen in de beeldtaal die JCJ Vanderheyden heeft ontwikkeld;
Dus, op naar Boijmans.
Goed dat U opmerkt dat er erg veel ogenschijnlijk tegengestelde elementen een rol spelen in de schilderkunst van JCJ Vanderheyden.
Vanderheyden’s werk is rijk geschakeerd en al sedert 1955 volop in ontwikkeling. Help mij met het in kaart brengen van dit oeuvre voor een t.z.t. te publiceren oeuvrecatalogus. Schrijf naar ondergetekende via aloysvandenberk@hotmail.com. Bij voorbaat hartelijk dank, Aloys van den Berk.
Aloys neem eens contact met mij op m.b.t. J.C.J Vanderheyden. Een groet van Guus.