Boijmans van Beuningen; Absalon

Ten tijde van ArtRotterdam bezocht ik ook het Boijmans. Allereerst vanwege de tentoonstelling Meneer Delta, die hier later zal verschijnen. Maar natuurlijk ook om te kijken wat het Boijmans op […]

Ten tijde van ArtRotterdam bezocht ik ook het Boijmans. Allereerst vanwege de tentoonstelling Meneer Delta, die hier later zal verschijnen. Maar natuurlijk ook om te kijken wat het Boijmans op dat moment nog meer toont. Dat is deze keer niets minder dan spectaculair.

Absalon (1964-1993) is niet een naam die mij direct een belletje deed rinkelen. Nog nooit van gehoord zelfs. Zijn werk blijkt een romantisch verhaal te hebben;

Absalon wordt in Israel geboren als Meir Eshel. Hij kiest zijn nieuwe naam (naar de rebellerende lievelingszoon van Koning David) in Parijs waar hij eind jaren tachtig naartoe verhuist. In Parijs leert hij andere kunstenaars kennen, studeert hij aan Institut des Hautes Etudes en Arts Plastiques en begint hij aan zijn oeuvre waarin zich in korte tijd grote ontwikkelingen voordoen. Begin jaren negentig verhuist hij naar Boulogne waar hij in het huis van Le Corbusier woont. Vijf jaar na zijn vertrek keert hij terug naar zijn geboorteland voor zijn tentoonstelling in het Tel Aviv Museum of Art. Hij besluit om vanaf dat moment in zijn ‘Cellules’ te wonen, verspreid over verschillende grote steden. Dit plan wordt nooit uitgevoerd, Absalon overlijdt namelijk op 28-jarige leeftijd in Parijs op 10 oktober 1993.

Grootse plannen waar dus helaas niets van terecht komt.

Zijn werk is prachtig. Het zijn inderdaad kleine architectonische objecten die enorm menselijk aandoen. Niet als een persoonlijkheid maar als een wezen dat in harmonie is met onze menselijke afmetingen. Die relatie is voelbaar.

Doordat alles wit is en er een zacht vensterlicht op veel objecten schijnt wordt het natuurlijk ook enorm esthetisch. Het zouden blokken kunnen zijn van een kind die ze door zijn doos moet stoppen om ze op te bergen. Een kind dat leert om te gaan met de verschillen tussen vierkanten en cirkels. Het werk van Absalon doet dat in zekere zin ook, maar dan veel verder gaand.

Bewoonbaar zou ik zijn objecten niet beschouwen, maar die relatie naar de menselijke maten en perceptie van vorm, die blijft overeind.

Opmerkelijk aan de tentoonstelling is dat titelbordjes volledig lijken te ontbreken. Of ik heb er enorm overheen gekeken. Dit komt de beleving van de werken ten goede. Geen directe ‘ah, ik herken de titel dus dit bedoelde Absalon er mee en nu kan ik rustig verder lopen’. Er wordt veel meer een beroep gedaan op het kijken en ervaren van de toeschouwer.

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Absalon

Prachtig werk wat echt het zien waard is, nog tot 13 mei te zien in het Boijmans.