In 1917 shockeerde Duchamp de kunstwereld met zijn urinoir. Het tot kunstwerk poneren van een industrieel absoluut niet esthetisch voorwerp viel niet in goede aarde op dat moment. Inmiddels is dat wel anders. De werking van het urinoir is dat de grenzen van het object worden opgezocht. Een voorwerp wat in zekere zin alledaags is wordt als een visueel fenomeen getoond. Bij het urinoir moet ik bekennen nog nooit zo precies naar de vorm ervan te hebben gekeken dan bij die van Duchamp.
In zekere zin is het werk van Duchamp in 1 lijn door te trekken met die onlangs bij Nest te zien was waar de toeschouwer ook op de vorm van het alledaagse wordt gewezen. Daar toonden onder andere Magali Reus, David Jablonowski en Martin Westwood werk die zich laten omschrijven als analyses van de hedendaagse vorm van gebruiksvoorwerpen.
Bij Boetzelaer en Nispen is op dit moment een tentoonstelling te zien die nog een stap verder gaat dan alleen de vorm maar ook een mentaliteitsverschuiving laten zien. Niet gaat het de kunstenaars hier om de formele eigenschappen van de voorwerpen maar ook de betekenis van het fenomeen van het object. Oftewel, hoe dat urinoir van Duchamp in zijn vormgeving geworteld is is duidelijk, maar waar komt dat ding nu eigenlijk vandaan. Het object is in wezen totaal buitenaards.
De context van deze tentoonstelling is dan ook buitenaards. In het duister, felle neon-kleuren, UV-licht, vreemde patronen en zo voorts. Dagelijkse voorwerpen worden niet vanwege hun formele eigenschappen vreemd en bevragingen van betekenis, maar de wijze waarop ze combinaties aangaan en hoe en waar ze vandaan komen. Dat er een link is met de huidige webcultuur is overduidelijk gezien de verwijzingen naar USB sticks, gesproken tekst door een computer en een verdwaald InDesign logo.
In de context zit hem ook direct het probleem van deze tentoonstelling. Afgezien van het feit dat het dus heel anders is dan gebruikelijk wordt dat ook snel het effect wat zich voordoet en niet meer dan een filter; een inhoudelijke Efteling attractie. De context wordt daarmee zowel het interessante als een nadeel voor de intrinsieke betekenis van de werken. Een verschil met de kunstenaars bij Nest is dat hier een fundamenteler onderzoek is over de beeldcultuur als fenomeen en niet als vorm. Het is alleen jammer dat hier de duisternis en de kleuren dus de werken op zichzelf lijken te overschreeuwen.
De omschrijving van ‘een inhoudelijke Eftelingattractie’ is dan dus zowel een compliment als een kritische noot. Het is heel goed en het is goed onderbouwt, maar het is ook een effect (wat niet overal even passend is).
De tentoonstelling is nog tot en met 6 april te zien bij Boetzelaer en Nispen te Amsterdam.
Katja Novitskova (ipv Nvitskova)
b