De eerste editie van Art Island vorig jaar moest het vooral hebben van de bijzondere locatie. De presentaties waren tamelijk voorspelbaar. Het voormalige fort dat ooit is aangelegd om Nederland te verdedigen in tijden van oorlog, vraagt om bijzondere artistieke presentaties. Dat gebeurde bij de eerste editie maar zeer spaarzaam en deed afvragen of een volgende editie van toegevoegde betekenis zou zijn. Dan kun je niet wederom een kunstbeurs hebben alsof het een keurige normale kunstbeurs met witte wanden is. En die plek hoef je niet per se nog eens te bezoeken. Dus wat betekend het dan meer dan een andere willekeurige kunstbeurs?
Hoe tof is het dat de uitdaging, om iets te doen met de plek, dit keer door veel galleries wordt opgepakt. Er zijn bijna alleen maar solo of duopresentaties en een heel groot deel van de galleries heeft rekening gehouden met de condities van deze plek. Neem bijvoorbeeld de presentatie van Ulrike Rehm die speciaal voor deze beurs gemaakt is. Maar ook het videowerk van Minne Kersten past hier perfect, of de smerige voet van Berend Strik, of het lichtgevende werk in het duistere middenpunt van het fort van Lin de Mol, de werken van Atelier van Lieshout lijken hier al jaren te staan en ook het schilderij met een venster van Iris Kensmil lijkt hier thuis te horen. Veel presentaties reageren inhoudelijk of qua sfeer op het fort en waar het voor staat. Het maakt het geheel tot een inhoudelijke kunstbeurs waar handel niet het allerbelangrijkste lijkt. Een verademing.
Deze tweede editie bewijst de toegevoegde betekenis van deze kunstbeurs. Het is namelijk niet zomaar weer een uitstalling van kunstwerken op een wit beurswandje, hier is meer aan de hand. Ik kijk alvast uit naar de volgende editie.