Je gaat op reis en neemt mee: een enorme, loodzware steen uit de Nevada Desert. Waarom niet moet Anya Gallacacio (1963) gedacht hebben. Hij verhuisde van Londen naar Californië om les te geven, en in zijn reizen aldaar nam hij een steen mee. De daadwerkelijke steen werd gecombineerd met een ander langs de snelweg gevonden voorwerp en de steen werd afgegoten in een krater van beton die vervolgens weer een bronzen replica opleverde.
Dan hangt er nog een zestal foto’s van microscopische structuren. Het excuus voor die foto’s is dat hij graag wilde laten zien hoe de wereld onder onze voeten er uitziet. Nu heb ik al een flinke stapel soortgelijke foto’s gezien maar door de minimale setting in de galerie krijgen ze toch nog relevantie en extra betekenis. Ik moest zelf denken dat het microscopische foto’s zijn van de vuilligheden van de steen, maar dat van onder onze voeten komt daar niet ver vandaan.
Het werk van Gallacacio heeft dus de ruimte genomen in de ruimte. Er is namelijk weinig te zien. Dat biedt juist ook ruimte om de materiële werking van de werken uit te buiten. Ze gaan over ruimte en hoe die zich verhouden tot ons mens-zijn. De bronzen kei werkt niet alleen door de kleur anders, maar de materie geeft een daadwerkelijk andere betekenis aan dezelfde massa. De combinaties tussen de drie ruimtes van die steen maken het geheel sterk.
De foto’s zijn het betaalbare werk (de stenen kosten elk een vermogen). De enige vraag die mij nog rest is of die autoruit nu echt noodzakelijk is. Anderzijds zou het waarschijnlijk wel erg plat worden als het gewoon een kale steen zou zijn, nu blijft het een beeld dat los van zijn anekdotische oorsprong vragen blijft oproepen. Het lijkt me sterk als Gallacacio er niet over nagedacht heeft, het is allemaal zeer overtuigend.
Nog te zien tot en met 22 oktober te Amsterdam bij Annet Gelink Gallery.
Laat een reactie achter;