Bij een vuurtoren denk je normaal gesproken aan de lichtbakens aan zee. Een sterk licht tast de horizon af als traditionele waarschuwing voor schepen dat het land nabij is. Maar een vuurtoren kan ook nog iets anders zijn. Namelijk een toren voor de brandweer om uit te kijken of er nergens brand is. Zo telde ons land een flink aantal vuurtorens in natuurgebieden. Inmiddels zijn deze in onbruik geraakt door technische innovatie en niet zelden zijn de bomen inmiddels zo hoog gegroeid dat je vanuit de toren het bos niet meer kunt zien.
View-Master projects nodigt nu voor de derde keer een kunstenaar uit om met zo’n brandweer vuurtoren aan de slag te gaan en een site specific 360 graden projectie te maken. Kunst in de openbare ruimte is al lastig genoeg, maar videokunst in de openbare ruimte is zo mogelijk nog lastiger. Het wordt snel schreeuwerig als je snel monteert. Geluid gebruiken is zeer problematisch want of het is onverstaanbaar, of het wordt geluidsoverlast. Als het te lang duurt weet je zeker dat niemand het helemaal ziet.
En dan hebben we het nog niet gehad over alle technische problemen die er mogelijk een rol spelen.
Daarbij komt nu dus nog het element van de toren zelf. De kunstenaars moeten reageren op een complexe ruimte en rekening houden met het feit dat de gemiddelde beschouwer toch een flink aantal meters van het scherm vandaan is. Geen eenvoudige opgave dus.
De eerste editie werd ingevuld door Erwin Driessen & Maria Verstappen die de vuurtoren letterlijk namen en er een vuur in lieten schijnen. De tweede editie kozen Persijn Broersen & Margit Lukács voor een eiland waarin alle klimaten van deze planeet vertegenwoordigd waren. De twee edities zijn vergelijkbaar in haar aanpak. Beide duo’s gingen uit van een introverte beweging, er zou zich iets afspelen in de toren.
De huidige editie wordt ingevuld door Wineke Gartz (1968) die ook uitgaat van de vuurtoren, maar dan die aan de zee staat. Haar werk lijkt (vergeleken met dus de voorgaande edities) juist uit te gaan van het licht willen doen laten schijnen, het willen zijn van een baken naar buiten toe. Een aantal maal refereert het zelfs naar de vuurtoren aan zee door zeegezichten te tonen. Er gebeurt gevoelsmatig in de toren niets, het toont de wereld naar buiten.
Een ander mooie ingreep is het gezicht dat af en toe opdoemt. Op bepaalde momenten krijgt de toren een stel gele ogen, als een gigantische uil die in het nachtduister staart op zoek naar een prooi. Het is daarmee ook de meest dynamische projectie tot dusver. Het bevat meerdere vondsten die werken binnen de context van de vuurtoren. Eerdere werken gingen eerder uit van één coherent gegeven. Dat maakt dat het werk van Gartz allicht langer fris blijft voor mensen die regelmatig voorbij de toren fietsen of lopen. De kans dat ze iets nieuws zien is een stuk groter dan bij eerdere werken die het vooral moesten hebben van de eenmalige aandachtige kijker.
Ieder werk in de toren zal door slechts een aantal mensen bewust gezien worden, maar het is misschien net als die vuurtoren aan de kust, het is een baken waardoor de schepen niet op de klippen lopen. Een baken hoeft maar net op tijd gezien te worden om impact te maken.
Het werk van Wineke Gartz is nog tot en met 30 juni 2017 te zien bij de Brandweer te Maastricht.
Laat een reactie achter;